Mijn droom:
Op een berg, in China, midden in de natuur. Ik heb een leuk huisje met mijn eigen kruidentuintje. In het tuintje groeien verschillende soorten medicinale kruiden. Daarnaast verbouw ik ook mijn eigen groente en fruit. Elke dag kook ik vers eten met de kruiden en groentes uit de tuin. Ik leef op de berg, dichtbij de Shaolin monniken, zodat ik elke dag met hun kan trainen.
Dit is mijn droom in een notendop. Het klinkt gek, om dit zo te vertellen, onwerkelijk zelfs. Maar is het daarom ook niet een droom, omdat het veraf staat van de realiteit?
Als ik dit vertel aan andere mensen, vinden ze het maar raar. Wie wil er nou op een berg leven, dat is toch saai? Ga je dan niet het bruisende stadsleven missen, of het alledaagse contact met de mensen om je heen? Eenzaam toch? Of niet?
Ik weet het niet. Het is iets wat in mijn droombeeld verschijnt, maar hoe de werkelijkheid is, kan ik niet vertellen. Juist omdat het zo absurd klinkt, wil ik het maar liever wegstoppen.
Maar toch is er een klein zaadje in mij geplant. Een zaadje van blijdschap, al is het maar heel klein. Ik noem het “Lief Kruidentuintje” en dat is waar het hierover gaat.
Lief Kruidentuintje,
Mijn eigen plekje, mijn eigen stekje,
Mijn heiligdom.
Hier mag ik lekker mezelf zijn.
Hier mag ik spelen, en lachen, en blij zijn,
En dromen.
Dromen over mijn kruidentuintje,
Een plekje in mijn hart.